(10-4-20: The Language Game – Part 16 of 20)
First, the verbs.
Then, the English original
Finally, my attempt, followed by all the comments that either mark the mistakes or propose a new version 🙂
The verbs
- blijven, bleef, i gebleven
- to remain, stay
- duwen, duwde, h geduwd
- to push, stove
- hangen, hing, h gehangen
- to hang
- krijgen, kreeg, h gekregen
- to acquire, get, obtain, receive
- meten, mat, h gemeten
- to measure
- roken, rookte, h gerookt
- to smoke
- spannen, spande, h gespannen
- to span, strain, stretch, tighten
- vallen, viel, i gevallen
- to fall
- wachten, wachtte, h gewacht
- to wait
- zingen, zong, h gezongen
- to sing
wait!
stop pushing [duwen] it!
stay [blijven] there!
also if it is no match for your strength [meten]
but if it falls [vallen]?
it depends [hangen].
It is more difficult than singing [zingen] while smoking [roken]
Make an effort. [spannen]
Maybe you will have to wait [wachten] before you can receive [krijgen] another one.
wacht!
duwen niet!
blijf daar!
ook als kan het zich niet met je meten
maar als valt er?
het hangt ervan.
Het is moeilijker dan het zingen terwijl je rookt.
inspan jezelf.
Misschien zal je willen wachten voor je kun een ander krijgen.