(10-4-20: The Language Game – Part 14 of 20)
First, the verbs.
Then, the English original
Finally, my attempt, followed by all the comments that either mark the mistakes or propose a new version 🙂
The verbs
- blazen, blies, h geblazen
- to blow
- drukken, drukte, h gedrukt
- to press, oppress, weigh upon, print
- haasten, haastte zich, h zich gehaast
- to hurry
- kopen, kocht, h gekocht
- to buy
- lukken, lukte, i gelukt
- to succeed
- rijzen, rees, i gerezen
- to rise
- sneeuwen, het sneeuwde, het h gesneeuwd
- to snow
- treffen, trof, h getroffen
- to hit, strike, meet
- vragen, vroeg/vraagde, h gevraagd
- to ask (for), invite
- zien, zag, h gezien
- to see
It snows
hurry up [haasten]! look [zien]! it is already snowing [sneeuwen]!
it was printed [drukken] today in the newspaper.
for once, it was worth buying [kopen].
if the winds succeeds [lukken] to blow [blazen] it away…
our friends that we met [treffen] today?
we should have [vragen] asked them!
hopefully, it will not rise [rijzen] too much.
Het sneeuwt
Haast! Zie! het sneeuwt!
Het had vandaag op de krant afgedrukt.
Voor deze keer, het was waardig te kopen.
als de wind lukt om te het weg blazen…
onze vrienden dat we vandaag troffen?
we zouden hun moeten vragen!
hopelijk, het zal niet te veel rijzen.