(10-4-20: The Language Game – Part 12 of 20)
Last week the first 50% was done! So, from this week, a slightly different format.
First, the verbs.
Then, the English original
Finally, my attempt, followed by all the comments that either mark the mistakes or propose a new version 🙂
The verbs
- bijten, beet, gebeten
- to bite
- dringen, drong, gedrongen
- to crowd,penetrate,pierce,press,push,urge
- groeten, groette, gegroet
- to greet
- koken, kookte, gekookt
- to boil, cook
- lopen, liep, gelopen
- to run,run (trains, clocks, machines, rivers, etc),walk
- repareren, repareerde, gerepareerd
- to repair
- sluiten, sloot, gesloten
- to close,lock,shut
- tekenen, tekende, getekend
- to characterize,draw,mark,sign
- volgen, volgde, gevolgd
- to follow,take (a course)
- zenden, zond, gezonden
- to broadcast, send
An unexpected broadcast [zenden]
I must bite [bijten] something.
I should cook something [koken].
I have to sketch a map [tekenen]: they haven’t yet repaired the road [repareren].
Oh! they are broadcasting [zenden] the newsflash.
There is a strike.
A nice greeting [groeten]!
Will all the shops be closed [sluiten]?
They (will) follow [volgen] the same path!
I must walk [lopen] fast! I have no time (lit: the time presses)![dringen]
een onverwachte uitzending
Ik moet iets bijten.
Ik zou iets moeten koken.
Ik zal een landkaart tekenen: ze hebben nog niet de straat gerepareerd.
Och! Ze zenden de korte nieuwsmededeling.
Een leuke groet!
Zullen alle winkels sluiten zijn?
De stakers volgen dezelfde weg!
Ik moet sneller lopen! De tijd dringt!